Eugeen Schreurs (Koninklijk Conservatorium Antwerpen)
Auteur
Anoniem
Titel
Feestmissale de Almarras
Plaats en jaartal
Muziekhandschrift, Franciscanerklooster Antwerpen, juni 1559
Bibliotheek
Rijksarchief Antwerpen, Fonds Kathedraal Antwerpen, voorlopig z.n.
De Beeldenstorm (1566) en de periode van de Republiek (1578-1585) waren catastrofaal voor de liturgische boeken van de zojuist tot kathedraal verheven collegiale kerk van Onze-Lieve-Vrouw in Antwerpen. Ooggetuigenverslagen zijn hard: ‘Oock hebben sy gansch bedorven ende te niet gedaen de schoon Sanckboecken ende ander boecken de Kerck aengaende ende menich hondert gulden weert synde, met noch drie schoon orgelen’ (1566). De hedendaagse uitvoering van pre-Tridentijnse muziek uit de Onze-Lieve-Vrouwekerk op een ‘historisch gedocumenteerde wijze’ is daardoor een hachelijke onderneming. Gelukkig zijn er een aantal ‘omwegen’ die een acceptabele historische liturgische uitvoering mogelijk maken.
Hierbij kunnen we gebruik maken van verschillende bronnen. Een vroeg missale uit de twaalfde eeuw (Berchem, St.-Willibrorduskerk) uit de St.-Michielsabdij kan dienstbaar zijn aangezien deze abdij aan de grondslag lag van het afgesplitste Onze-Lieve-Vrouwekapittel (1124). Daarnaast kan de Liber ordinarius uit 1417 (Rijksarchief Antwerpen, 42.0330/1 D5), ofschoon zeer beknopt, ons in staat stellen om de gezangen van officie en mis vast te leggen volgens de liturgische kalender van het kapittel. Verder bevat een brevier, gedrukt door Daniel Bomberg in Venetië (1496) en nu bewaard in de Bibliotheek van het Ruusbroecgenootschap (RG-OLV 88 F 5), interessante en uitgebreide informatie over de liturgische praktijk in Antwerpen in de 15de – eerste helft 16de eeuw. Een andere belangrijke bron is een zestiende-eeuws muziekhandschrift, het zogenaamde feestmissaal de Almaras (1559), vernoemd naar de opdrachtgever, de Antwerpse kanunnik Philippus ab Almaras, al was de codex wellicht van meet af aan bestemd voor gebruik door het kapittel. Het missaal bevat interessante informatie met betrekking tot de mispraktijk net voor de afloop van het Concilie van Trente.
Het handschrift werd vervaardigd door de Minderbroeders: …me fecit Antverpiae apud fratres 3e reg[ulae]. S [ancti] pa[tris] Fra[ncisci]… (fol. [L]). Deze orde promootte het feest van de Allerheiligste Naam van Jezus dat, zeker vanaf 1496, als triplex feest werd gevierd in de Antwerpse hoofdkerk. Samen met het hieronder vermelde evangelieboek vormt het een van de schaarse overblijfselen van bewaarde verluchte liturgische (muziek)handschriften. Het bestaat uit twee grote delen: het meest omvangrijke deel is gefolieerd van I tot XCVII; het tweede deel, dat werd tussengevoegd na de dubbel gefolieerde folio XLVII, heb ik zelf gefolieerd van [A] tot [W]. Dit bevat elf prefaties met muzieknotatie in kwadraatneumen.
Het handschrift bevat drie figuratieve afbeeldingen: Kerstmis, (tegenover fol. 1r), een engel die twee wapenschilden vasthoudt (2 fol. [M]r°) en een Kruisiging (fol. [Mv°]) met rechtsonder een biddende kanunnik, misschien opdrachtgever De Almaras. Beide handschriften bevatten vooral triplexfeesten (hoogste rang) en in mindere mate enkele duplexfeesten, waaronder die van Anna, Michaelis en Ursula.
Naast het missale is ook een evangelarium (1559?) overgeleverd met een vergelijkbare inhoudstafel en vermoedelijk eveneens met Philippus de Almaras als opdrachtgever. In liturgisch muzikaal opzicht zijn zowel missaal als evangelieboek zeer waardevol. Zo bevat het missaal nog een aantal sequentia’s (weliswaar enkel tekst) die door het Concilie van Trente grotendeels afgeschaft werden. Interessant is de ekfonetische notatie, een accentnotatie, die via rode tekens boven bepaalde tekstdelen aangeeft op welke manier het epistel moeten worden gezongen. Een verdere studie van dit complex van liturgische handschriften is bijzonder wenselijk.
Verder lezen
Gillion, Marianne C.E., ‘Plantin’s Antiphonarium Romanum (Antwerp, 1571–73): Creating a Chant Book during the Catholic Reformation’, in Acta Musicologica 93 (2021), pp. 19-42.
Van Den Nieuwenhuizen, Jos, ‘Cultus en plechtigheden in de Onze-Lieve-Vrouwkerk’, in Willem Aerts (red.), De Onze-Lieve-Vrouwekathedraal van Antwerpen (Antwerpen: Mercatorfonds, 1993), pp. 69-74.