Kees Schepers (Ruusbroecgenootschap, Universiteit Antwerpen)
Auteur
Aurelius Augustinus
Titel
Liber soliloquiorum ad Deum
Plaats en jaartal
Handschrift, Gent, Robertus Cazier, 1576
Bibliotheek
Bibliotheek van het Ruusbroecgenootschap, hs. Lat. 55 (olim 1100 D 5)
Het oog verlustigt zich spontaan in het fraaie titelblad van dit boekje, kenmerkend voor renaissancistisch drukwerk. De kijker betreurt de vreemde beschadiging in de titel Liber divi av/gustini hipponen-/sis Episcopi Solilo/quiorum animae / ad Deum en is vermoedelijk verrast door de elegante uitgave van dit merkwaardige filosofische jeugdwerk van de latere kerkvader. Het opvallende drukkersmerk verdient bewondering, al vraagt zelfs een deskundige zich af waarom hij of zij nooit eerder een exemplaar van de Gentse drukker Robertus Cazier zag.
Kun je vaker door een boek op het verkeerde been worden gezet dan door dit werkje uit de bibliotheek van het Ruusbroecgenootschap? De auteur is immers niet Augustinus, en met diens vroege werk heeft de tekst niets van doen; de ‘drukker’ is niet Robertus Cazier, en de ‘druk’ is ook helemaal geen druk, maar een uitzonderlijk handschrift, geschreven door Cazier. Ergens in de vroege twintigste eeuw werd zelfs de bibliothecaris van het Ruusbroecgenootschap nog door dit boekje om de tuin geleid, toen hij het als druk catalogiseerde met signatuur 1100 D 5. Pas in 1968 werd het als handschrift herkend door de beroemde Renaissance-onderzoeker Paul Oskar Kristeller (New York, † 1999) bij een bezoek aan Antwerpen. In een deel van zijn Iter Italicum. A finding list of uncatalogued or incompletely catalogued humanistic manuscripts of the renaissance in Italian and other libraries schrijft hij over dit handschrift: ‘Copied from an edition’. Wat betreft de tekst is dat zeker het geval; of een specifieke druk ook vormelijk werd geïmiteerd, is vooralsnog onbekend.
Wat weten we over het boek wat het oog niet kan zien? Het Liber soliloquiorum animae ad deum is een uitzonderlijk populaire tekst uit de late middeleeuwen, die in talrijke handschriften en drukken is overgeleverd. De tekst werd gewoonlijk toegeschreven aan Augustinus, maar is in feite een devote dertiende-eeuwse compilatie zonder enige relatie met Augustinus’ eigen Libri Soliloquiorum duo. De tekst werd vaak uitgegeven samen met twee andere Pseudo-Augustinus teksten onder de titel: Meditationes, soliloquia, et manuale.
De kopiist, een uitzonderlijk toegewijde en begaafde kalligraaf, schreef zijn naam op de plaats waar gewoonlijk de drukker wordt genoemd, en vergrootte zo de verwarring. Nog één werk van zijn hand is bekend: Juan Luis Vives, Ad sapientiam introductio, 1574? (Chicago, Newberry Library, Wing ZW 5465.c. 312). Hier maakt hij geen geheim van zijn activiteit ‘scriptum per Robertum Cazier’. Er is niets bekend over Cazier, zelfs zijn levensdata zijn nog niet gevonden.
Het drukkersmerk, ten slotte, bevat een vers uit het boek Prediker – ‘ik heb ingezien dat er niets beter is dan zich te verheugen en wel te doen in zijn leven’ – waarbij je je af kunt vragen of deze optimistisch gestemde tekst wellicht het persoonlijk motto van Robertus Cazier was.