Guido Marnef (Universiteit Antwerpen)
Auteur
Franciscus Costerus
Titel
Catechismus, Dat is, De christelijcke leeringhe in maniere van t’ samen-sprekinghe tusschen den Meester ende den Discipel
Uitgever, plaats en jaartal van uitgave
Antwerpen, Jan Moerentorf, 1604
Bibliotheek
Bibliotheek van het Ruusbroecgenootschap, 3048 H 12
Franciscus Costerus (1532-1619) oefende bij de uitbouw van de jezuïetenorde in de Nederlanden een bijzonder grote invloed uit. Na zijn activiteiten als organisator manifesteerde hij zich vanaf 1589 vooral als auteur van talrijke geschriften waarvan vele een polemisch karakter hadden. Dat gold vanzelfsprekend voor de controverseliteratuur waarin hij in debat ging met protestantse theologen en predikanten uit de Noordelijke Nederlanden. Maar ook in andere genres zoals zijn gepubliceerde preken en deze catechismus komt de strijd tegen de ketterse en opstandige noordelijke gewesten duidelijk tot uiting.
Catechismusboeken kwamen tot volle bloei tijdens de religiestrijd van de zestiende eeuw. Zowel Maarten Luther als Johannes Calvijn zetten de geloofspunten helder uiteen, vaak in de vorm van duidelijk geformuleerde vragen en antwoorden. De weldra door het Concilie van Trente getekende katholieke kerk bleef niet achter. De catechismus van de jezuïet Peter Canisius die vanaf 1555 verscheen in verschillende formaten en talen, is daar een treffend voorbeeld van.
Costerus’ catechismus die in 1604 bij Jan Moerentorf verscheen, paste helemaal in de context van de politieke en religieuze strijd die zich in de Nederlanden afspeelde. Costerus besefte dat godsdienstonderricht in gespannen en onzekere tijden van cruciaal belang was. Dat gold des te meer voor gebieden waar katholieken vervolgd of achtergesteld werden, zoals in de noordelijke opstandige gewesten. Het werk opent met een brief gericht ‘Aen de godvruchtige christenen in Hollandt ende Zeelandt ende andere af-ghewekene Provincien des Neder-landts’. De godloze dwalingen van de opstandige ‘sectarissen’ konden volgens Costerus meteen ontmaskerd worden omdat de leer van de rooms-katholieke kerk de enige was die algemeen of universeel was naar tijd en plaats. De katholieke leer ging immers terug tot de apostolische tijd en was verspreid in grote delen van de toenmalige wereld. Daar stond tegenover dat de ketterij van Luther, Calvijn en de wederdopers pure nieuwlichterij was, voordien onbekend en bovendien beperkt tot specifieke gebieden.
De catechismus bestaat uit vijf delen waarin duidelijk uiteengezet werd wat de christenen moesten weten over het geloof, de hoop, de liefde, de sacramenten en de deugden en goede werken. De polemiek met en de veroordeling van de ketterij is nooit ver weg in het werk. In een korte introductie waarschuwde hij de lezers om zich te hoeden voor de dienaars van de Antichrist die zich gedroegen als grijpende wolven en venijnige slangen. Op die manier is deze catechismus illustratief voor het contrareformatorische klimaat dat de jezuïeten ontwikkelden in onze gewesten.
Afbeeldingen
Verder lezen
Andriessen, Jos, ‘Costerus en zijn tegenstanders in het Noorden’, in Miscellanea Historica in honorem Leonis van der Essen Universitatis Catholicae in oppido Lovaniensi iam annox xxxv professoris (Brussel/Parijs: Éditions Universitaires, 1947), dl. II, pp. 769-779.
Andriessen, Jos, ‘Costerus, Franciscus, jezuïet, predikant, catecheet en schrijver’, in Nationaal Biografisch Woordenboek (Brussel: Koninklijke Vlaamse Academiën van België, 1964), dl. I, kol. 333-341.
Janz, Dennis R., ‘Catechisms’, in The Oxford Encyclopedia of the Reformation, ed. Hans J. Hillerbrand (New York/Oxford: Oxford UP, 1996), dl. I, pp. 275-280.