Een harpje voor vrome christenen

Tine De Koninck (Universiteit Antwerpen)

Auteur
Anoniem
Titel
Het kleyn harpken
Uitgever, plaats en jaartal van uitgave
Bergen-op-Zoom, Treurniet Loymans, 1667
Bibliotheek
Erfgoedbibliotheek Hendrik Conscience, C 14078

De Erfgoedbibliotheek Hendrik Conscience lijkt een uniek exemplaar te bezitten van het protestantse liedboekje Het kleyn harpken, dat in 1667 door Treurniet Loymans in Bergen-op-Zoom gedrukt en verkocht werd. Net als twee andere gereformeerde liedbundels die in diezelfde periode van Loymans’ drukpersen kwamen, met name Bybelsche historie liedekens (1655, herdrukken in 1662 en 1664) en Het nieuw geestelick lust-hofje (1660), is Het harpken een verzamelbundel met 29 schriftuurlijke liederen, bijbelse historieliederen, geestelijke bruiloftszangen en lofliederen. Het past daarmee helemaal in de zeventiende-eeuwse traditie van geestelijke liedboeken die de geloofspraktijk van de doopsgezinden dienden, zowel in huis als in de kerkgemeentes. De auteur of samensteller maakt zich niet bekend op het titelblad en ook bevat het liedboek geen voorrede waaruit het auteurschap of een beoogd publiek zou kunnen blijken. Het kleyn harpken diende heel algemeen ‘tot vreughde en vermaeck, van alle oprechte ende vrome Christenen’, zo staat op de titelpagina te lezen.

Mogelijk is de ‘harp’ in de titel van de bundel een verwijzing naar het invloedrijke geestelijke liedboek De harpe, oft des herten Snarenspel (1597, vanaf 1605 De gulden harpe) van de naar Amsterdam uitgeweken Vlaamse schilder-dichter Karel van Mander (1548-1606), dat verschillende herdrukken kende tot 1643. Titels van liedboeken met muziekinstrumenten deden het in die periode net als ornithologische titels of namen verwijzend naar een loecus amoenus erg goed in zowel protestantse als katholieke milieus. Manders liedboek blijkt evenwel geen belangrijke inhoudelijke inspiratiebron meer te zijn geweest voor de samensteller van Het kleyn harpken, dat zestig jaar na Van Manders bundel verscheen. Enkel een schriftuurlijk lied over Jozef, de zoon van Jakob en Rachel uit het Oude Testament ‘Al eer men komt ter eeren siet’ ontleende hij aan De harpe.

Ook 23 andere liederen uit de bundel zijn al in oudere liedboeken terug te vinden. Het kleyn harpken is dus duidelijk een compilatiebundel van ouder materiaal. De belangrijkste inspiratiebron was het Amsterdamse Geestelick vreugde-beeckje (1645), waaruit zeven liederen ontleend werden. Ook uit onder andere het Haarlems oudt liedt-boeck (ca. 1640), Pers’ Urania of hemel-sangh (1640) en Wits’ Stichtelijcke bedenckinghe (1649) haalde de compilator inspiratie. Vier van de vijf liederen die niet bekend zijn in de Nederlandse Liederenbank hebben, toeval of niet, als titel ‘Nieuw Lied’. Mogelijk werden deze voor Het kleyn harpken nieuw geschreven, maar het kan ook dat het om recentere liederen ging dan de bundels uit de jaren veertig waarin de samensteller grasduinde.

Zonder uitzondering zijn de liederen contrafacten, nieuwe liederen gedicht op bestaande melodieën. De samensteller of uitgever van de bundel voegde geen muzieknotatie toe, maar enkel wijsaanduidingen, zoals dat in die tijd gebruikelijk was. Ongeveer de helft zijn psalmmelodieën of andere melodieën van protestantse liederen. De andere helft is van wereldlijke oorsprong, zoals het immens populaire ‘Bocxvoetje’ of ‘Polyphemus aan de stranden’. Zowel de variëteit aan literair en muzikaal materiaal, de concordanties met de zeventiende-eeuwse protestantse liedcultuur als ook een nog nader te onderzoeken relatie met het liedboek Het nieuwe groote harpje (Amsterdam, ca. 1690), waarvan minstens drie achttiende-eeuwse herdrukken van bekend zijn, maakt dit Kleyn harpken tot een interessant studieobject.

Afbeeldingen

Verder lezen

De Koninck, Tine, Van hof naar kapel. Een onderzoek naar de culturele transfer van Franse air-de-courmelodieën in zeventiende-eeuwse geestelijke liedboeken uit de Zuidelijke Nederlanden (ongepubliceerd proefschrift Universiteit Antwerpen, 2021).

Stronks, Els, Stichten of schitteren. De poëzie van zeventiende-eeuwse gereformeerde predikanten (Houten: Den Hertog, 1996).

Visser, Piet, Het lied dat nooit verstomde. Vier eeuwen doopsgezinde boekjes (Den Ilp: Doopsgezinde Gemeente, 1988).