Joost Depuydt (Museum Plantin-Moretus)
Auteur
Barbara Ogier
Titel
Overwonnen Mars door den langh ghewenschsten Vrede
Plaats en jaartal
Handschrift, Antwerpen, 1699
Bibliotheek
Stadsarchief Antwerpen (FelixArchief ), Huldeblijken, 1336#67
Op 24 januari 1914 werd in het Antwerpse stadsarchief een klein handschriftje ingeschreven in het aanwinstenregister met nummer 21747. Dit kleinood was al acht jaar eerder verworven op de veiling Van Havre begin april 1906. Het handschrift omvat slechts een katern van acht folio’s in een gemarmerde omslag. Op de voorzijde staat vermeld ‘Schilders Caemer a° 1699’. Deze aanwinst kreeg inventarisnummer GA 4578 binnen de archieven van de Gilden en Ambachten. Na de verhuis van het Antwerpse stadsarchief naar het Felixpakhuis raakte het handschrift even zoek, maar nadat het was teruggevonden werd het hernummerd als 1336#67 in de verzameling huldeblijken. Sindsdien is het handschrift ook digitaal online beschikbaar.
Barbara Ogier (17 februari 1648 (doop) – 18 maart 1720) was de dochter van Willem Ogier en Maria Schoenmaeckers. Haar vader was een gevierde toneelauteur en een vooraanstaande figuur in de rederijkerskamer De Olijftak. Ze trouwde op 10 december 1680 met de beeldhouwer Willem Kerrickx, die ook actief was in De Olijftak. Dankzij haar talent kreeg ze de kans om in het voorprogramma van haar vader haar eerste tragedies te laten opvoeren. De erkenning door De Olijftak bleef niet uit. Ze vertegenwoordigde de rederijkerskamer bij verschillende grote festiviteiten, zoals het bezoek van de nieuwe landvoogd Maximiliaan Emanuel van Beieren aan Antwerpen in 1693. Slechts enkele van haar werken zijn in druk bekend, handschriften zijn nog zeldzamer.
Op 25 maart 1699 werd Jan Karel van Hove feestelijk verwelkomd als hoofdman van de Sint-Lucasgilde met een dialoog tussen Mars (oorlog) en Vrede, geschreven door Barbara Ogier. De inspiratie hiervoor haalde ze waarschijnlijk uit de Vrede van Rijswijk (20 september 1697). De titel van deze tekst werd in het verleden vaak als ‘De overwonnen Mars en de triumpherende Peijs’ geciteerd, maar het handschrift geeft ons de enige juiste titel: Overwonnen Mars door den langh ghewenschsten vrede.
Voor een teksteditie was het nog wachten tot na de Tweede Wereldoorlog. In 1949 publiceerde archivaris Floris Prims de tekst in het negentiende deel van zijn Antwerpiensia (p. 171-176). Met deze bijdrage hopen we zowel het handschrift als de teksteditie uit de vergetelheid te halen. Hopelijk kan deze opname in de tentoonstelling zowel het handschrift als de teksteditie uit de vergetelheid halen.
Afbeeldingen
Verder lezen
De Paepe, Timothy, ‘Une place pour les commedies…’: De relatie tussen inrichting, repertoire en gebruik van de Antwerpse theatergebouwen tussen 1610 en 1762 (onuitgegeven proefschrift, Universiteit Antwerpen, 2011)
Prims, Floris, ‘De dichteres Barbara Ogier’, in Bijdragen tot de geschiedenis bijzonderlijk van het oud hertogdom Brabant, 32 (1949), pp. 30-42.
Van Vaeck, Marc, en Nicole Verhoeven, ‘Barbara Ogier, Een rederijkersdochter om mee te pronken’, in Riet Schenkeveld-van der Dussen (red.), Met en zonder lauwerkrans. Schrijvende vrouwen uit de vroegmoderne tijd 1550-1850: van Anna Bijns tot Elise van Calcar (Amsterdam: Amsterdam University Press, 1997), pp. 391-395.