Jan Pauwels (KBR – Koninklijke Bibliotheek van België)
Auteur
J. Des Roches, N. Caussin, M.A. de Hesdin
Titel
Mémoires sur la question: "Quels étoient les endroits dans l'étendue des contrées qui composent aujourd'hui les dix-sept provinces des Pays-Bas et du Pays de Liège qui pouvoient passer pour villes avant le septième siècle" qui ont remporté le prix et les accessit de la Société Littéraire de Bruxelles en 1769
Uitgever, plaats en jaartal van uitgave
Brussel, Imprimerie Royale, 1770
Bibliotheek
Erfgoedbibliotheek Hendrik Conscience, K 68678
‘J’apprends que l’Académie vient de couronner le mémoire que j’avois présenté’, schrijft Jan Des Roches in oktober 1769 vol trots aan zijn stadsgenoot en collega-bibliofiel François Mols. Des Roches heeft de eerste prijsvraag van de pas opgerichte Academie gewonnen, over de vroege stadsgeschiedenis in de Nederlanden. Zijn antwoord krijgt een prestigieuze verspreiding: het verschijnt, samen met dat van twee lager gerangschikte laureaten, het jaar nadien in folio bij de koninklijke drukkerij. Hij ontvangt ook een medaille, hoewel de bekende graveur Benjamin Duvivier de productie ervan laat aanslepen: ‘le graveur Monsieur Viviers à Paris est un artiste célèbre d’où on conclut, qu’il aime travailler à son aise et qu’il ne faut pas le presser’.
Des Roches, onderwijzer in Antwerpen, is dan nog geen dertig jaar oud en heeft reeds enkele opmerkelijke taalkundige publicaties gerealiseerd: de Nieuwe Nederduytsche spraek-konst (1761), de Nieuwe Fransche spraek-konst (1763) en het Nieuw Nederduytsch en Fransch woordenboek. Nouveau dictionnaire français-flamand (1769), standaardwerken die een halve eeuw lang worden herdrukt. Uit de briefwisseling blijkt dat hij in de Academie kan rekenen op de steun van Jan Baptiste III Verdussen, een Antwerps bibliofiel zoals Mols en Des Roches. Hij informeert zijn jonge stadsgenoot, duidt de jurybeslissingen, dringt aan op publicatie, verstuurt de drukproeven, enzovoort.
Door de bekroning loopt Des Roches in de kijker. Zelfs de gevolmachtigd minister van de keizer informeert bij Verdussen: wie is eigenlijk de jonge man die door de Academie wordt gelauwerd? Aan zijn vriend Mols schrijft hij hoe een andere staatsman, graaf de Neny, hem met een onverwacht bezoek vereert: ‘Le soir Son Excellence voulut bien me rendre cette visite, et ne me trouvant point au logis, il laissa une carte. Le lendemain il retourna, voulut voir ma bibliothèque, que je lui montrai, j’eus alors avec lui une assez longue conférence, honneur dont j’ai été véritablement charmé!’
De getalenteerde Jan Des Roches wint vervolgens ook de prijsvragen in 1770 en 1771, waarna hij zelf mag toetreden tot de Academie. In 1776 verkrijgt hij het bezoldigde ambt van vast secretaris en verhuist definitief naar Brussel. Daar blijft hij taalkundig en historisch werk publiceren in het Nederlands, Frans en Latijn, maar wordt hij door cumulatie van ambten vooral de topman van de onderwijsadministratie en een vertrouweling van het Oostenrijks regime. Die succesvolle wending in de levensloop van een jonge, Antwerpse onderwijzer vindt echter zijn oorsprong in het antwoord op een prijsvraag, waarvan hier de publicatie wordt getoond.
Afbeeldingen
Verder lezen
Verschaffel, Tom, De weg naar het binnenland. Geschiedenis van de Nederlandse literatuur 1700-1800: de Zuidelijke Nederlanden (Amsterdam: Bert Bakker, 2017), pp. 53-55, 104-107.
Rutten, Gijsbert, ‘De bronnen van Des Roches: Jan Des Roches’ ‘Nieuwe Nederduytsche spraek-konst’ (1761) en de taalgeschiedenis van de achttiende eeuw’, in Tijdschrift voor Nederlandse taal- en letterkunde 125 (2009), pp. 362-384.
Stadsarchief Antwerpen (Felixarchief), BA # 707, Briefwisseling van François Mols: Correspondances pittoresques et littéraires 1761-1774.